Niederlande


HAJO BANZHAF OVER … DE TAROT IN DE 21E EEUW (TAROT 2000)

Vertaald door Susan Gorel en verschenen in Tarot Magazine nr. 11 tarotmagazine@freeler.nl

Als je de zogenaamde deskundigen gelooft, dan heeft de tarot al vele eeuwen gebloeid; gekoesterd en in stand gehouden door ingewijden, die dit oeroude geheime weten streng vertrouwelijk aan uitverkorenen doorgaven, tot het in de late middeleeuwen op een eigenaardige manier te voorschijn kwam als een ogenschijnlijk onbeduidend kaartspel waarin slechts het oog van een adept het wijsheidsboek uit de oude tijden kon herkennen. Andere deskundigen gaan er daarentegen van uit, dat de 22 kaarten van de grote en de 56 kaarten van de kleine arcana een verschillende herkomst hebben en pas in de 16e eeuw samengevoegd werden tot een orakelspel van 78 kaarten dat sindsdien de naam “Tarot” draagt. Ongeacht of de tarot kan bogen op een geschiedenis van 4000 jaar of 400 jaar, het staat vast dat het spel aan het eind van de 20e eeuw een ontwikkeling en een populariteit meemaakt, die alles tot nu toe overtreft en waartoe vrijwel niemand onze zo verlichte, rationele en door wetenschap beheerste eeuw in staat achtte.
Nog niet eerder waren er zoveel mensen die zich met de tarot bezighouden of op z’n minst weten wat het woord tarot betekent. Nog niet eerder was er zoveel literatuur over dit thema, zoveel verschillende versies en nieuwe afbeeldingen op de kaarten om maar helemaal van de oplages van de uitgebrachte spellen te zwijgen. Heeft het spel nu, aan het begin van een nieuwe eeuw een ‘up-date’ nodig? Heeft dit uit de traditie van het avondland stammende orakel een opfrisser van de nieuwe tijdgeest nodig? Heeft de tarot een ‘space-lift’ nodig om als “de Tarot van de nieuwe tijd’ of beter maar meteen als ’buitenaardse tarot’ in de vaart der volkeren mee te gaan? Natuurlijk schudt menigeen het hoofd bij zulke gedachten en grijpt meteen naar de vertrouwde kaarten, op wiens patina sporen van angst, nieuwsgierigheid, verrassing, betrokkenheid, verbazing, tandenknarsen en dankbaarheid gedurende vele leggingen in vele jaren neergeslagen zijn. Desondanks is de tarot allang door de nieuwe tijdgeest ingehaald. Natuurlijk is het niet te stuiten verschijnen van steeds meer varianten slechts een teken temeer voor de inflatie van onze tijd; waarbij de meerwaarde vooral in de kwantiteit wordt gemeten terwijl de echt kwalitatieve verrijkingen op de vingers van één hand te tellen zijn. Ook het raadplegen van het orakel moet in deze tijd overeenkomstig het amerikaanse begrip ‘kant-en-klaar’, snel en gemakkelijk gaan.
Nu, bij het begin van een nieuwe eeuw, heeft niemand nog tijd om lange, diepgaande teksten te lezen. Misschien verandert dit als we eenmaal gewend zijn aan de jaren 2003, 2004, 2005 enz., als we weer in ‘normalere’ jaartallen leven. En natuurlijk is er een op de computer aangepaste Tarot op CD-rom, interactief of down te loaden vanaf het internet; in de goedkope share ware versie waarschijnlijk zonder de laatste kaart die de oplossing aangeeft, maar daarvoor in de plaats wèl met een vuurspugende duivel, die steeds als het spannend wordt ertussen springt om ons tot betaling voor de volledige versie over te halen.En terwijl ik dit artikel schrijf, knutselt er vast wel iemand al aan een audio-actieve mega-, ultra- of gigatarot, te bedienen per touch screen, waarbij je je in een taal naar keuze door een instelbaar beeldschermfiguurtje, een mysterieuze orakelfee, een hightech Merlijn of misschien wel cyberlady Lara Croft zelf de kaart laat leggen, duiden en verklaren! (Microversies als optie bij Swatch horloges zijn al in de planning)

Is dat de tarot zoals zij zich zal ontwikkelen in de 21e eeuw? En als dat zo is? Is dit beeld echt zo afschrikwekkend? Wat is erop tegen als de drempel wordt verlaagd en wijdverbreid gebruik van de kaarten zeker niet hoeft te getuigen van diepe spiritualiteit? Natuurlijk kan een oppervlakkig gebruik van het orakel tot misverstanden leiden en zo ongerijmdheden of merkwaardige zaken opleveren. Zo zullen er mensen denken dat alleen al het geloof in de kaarten ‘esoterie‘ is. Daarbij gaat het noch in de tarot, noch in de andere, werkelijk esoterische gebieden om een goedgelovig voor-waar-aannemen, maar om een steeds dieper begrijpen van de fundamentele samenhangen van de zin der dingen. Sommigen wanen zich reeds op weg naar verlichting omdat zij immers elke dag de kaart leggen. Kijken we echter beter dan is hun drijfveer niet zozeer de zoektocht naar spirituele ervaringen maar veel meer pure levensangst. Men hoopt op een soort esoterische verzekering, die diegene die braaf de raad van de kaarten opvolgt, een levenspad schenkt waarop hem niets gebeuren kan. Dat heeft met serieuze esoterie inderdaad heel weinig van doen.

Moeten we dan mèt de puristen de neus optrekken en slechts de studie van uiterst moeilijke en onverteerbare teksten als de ware bron van hogere wijsheid waarderen? Beiden vertonen sterk saturnale trekken; of je je nu blindelings aan een autoriteit uitlevert of dat je de waarheid uitsluitend in streng gedisciplineerde studies van moeilijk te bevatten boeken zoekt.
Weliswaar geldt Saturnus terecht als de bewaker van de drempel, die tot meesterschap leidt, maar sinds de ontdekking van de planeet Uranus in 1781 is een nieuwe kracht in het collectieve bewustzijn van de mensheid gekomen. Een kracht die de bestaande saturnale grenzen opblies en de wegen die tot onze doelen leiden zijn meer individueel en zeker veelzijdiger geworden. Dus, in plaats van te luisteren naar ultra-orthodoxen, fundamentalisten en andere lieden die vernieuwing steeds als misleiding verketteren en altijd alleen het zogenaamd oorspronkelijke willen laten gelden, is het allang tijd om open te staan voor nieuwe ontwikkelingen, zelfs als dat vreemdsoortige nevenverschijnselen met zich mee zal brengen. Ook de evolutie is, naar wij weten, niet het gevolg van een geplande consequente aanpak maar van talloze ‘speelse’ pogingen van de natuur, waar dan ‘toevallig’ steeds weer een nieuwe richting ingeslagen wordt die dan weer tot verdere groei voert.

De spannendste bijdragen voor de wereld van de tarot en andere toevalsorakels verwacht ik van de dieptepsychologie en van de nieuwe wetenschappen, speciaal van het onderzoek naar de chaos theorie. Beiden kunnen leiden tot een vernieuwd begrip van ‘toeval’. Met het begrip toeval, dat voor het eerst in de 14e eeuw als kunstwoord genoemd wordt, bedoelen we sindsdien het onvoorzienbare, wat tot dan toe steeds als aan het menselijk brein overstijgende werk en beheer van God beschouwd werd. Sinds de Verlichting verloor het ‘toeval’ zijn betekenis en werd het begrip toeval als een vervelend en onberekenbare grootheid beschouwd, die in staat is de anders zo ordentelijke en berekenbare wereld door elkaar te gooien.
Pas met de nieuwe ontwaakte interesse voor toevalsorakelen zoals de Tarot, de I Tjing en de Runen dook ook de bekende esoterische stelling ”Toeval bestaat niet” weer op. Een stelling die weliswaar het goede bedoelt, maar het verkeerde zegt. Want natuurlijk zijn er ontelbare gevallen van toeval. Voortdurend valt ons iets toe. Maar om deze gebeurtenissen en ontmoetingen simpelweg als onbelangrijk af te doen, is op z’n minst onachtzaam.Je zou beter kunnen stellen dat er geen zinloos toeval is.

We danken aan de dieptepsychologie de belangrijke inzichten over synchroniciteit, een begrip waarmee C.G. Jung het zinvolle samenvallen van twee verschijnselen beschrijft en er voor dat op hetzelfde moment voorkomen geen herkenbare causale samenhang bestaat. Vooral Marie-Louise von Frantz, de belangrijkste medewerkster van C.G. Jung, heeft hierover al in haar in 1980 verschenen boek “Wissen aus der Tiefe – über Orakel und Synchronizität” hoogst interessante gedachten en inzichten gepubliceerd.

Meer psychologische inzichten zullen zeker volgen; speciaal over hoe het onbewuste zinvol met het toeval samenwerkt om ons mensen tot al die ervaringen te brengen die ons kansen bieden om te rijpen en onze innerlijke heelheid te ontvouwen.
Maar ook de nog jonge chaos wetenschap zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Wij danken aan deze tak van wetenschap het opmerkelijke inzicht dat de hele natuur geneigd is zich in op zichzelf gelijke structuren verder te ontwikkelen zonder dat een causale samenhang tussen de aparte fenomenen hoeft te bestaan. Alleen het feit dat een bepaalde structuur is ontstaan, bewijst dat iets soortgelijks in de toekomst weer ontstaan zal, zonder oorzakelijke verbinding tussen de beide verschijnselen. Het duurt niet lang meer tot we de verklaring weten voor de steeds weer verbluffende ervaring dat de structuur van toevallig getrokken tarotkaarten het anticiperen op toekomstige gebeurtenissen toont en dat de samenstelling van een geboortehoroscoop zich geheel zelfstandig als een rode draad door dat hele leven zal doen gelden.

HAJO BANZHAF

[zurück]   [ drucken]   [Seitenanfang]