Niederlande


HAJO BANZHAF OVER … ILLUSTRATIES EN TAROTSYMBOLIEK
(c) Hajo Banzhaf. Vertaling: Susan Gorel, Tarot Magazine. e-mail: tarotmagazine@freeler.nl

Als je ziet hoeveel nieuwe tarotspellen er op de markt verschijnen, rijst de vraag of de symboliek van de kaarten werkelijk zo willekeurig veranderd kan worden.
Het antwoord hangt ervan af wat je bedoeling met de kaarten is. Gebruik je ze om leggingen te doen, of bestudeer je hun opbouw als archetypische kennis, die aan onze levensweg en aan alle andere ontwikkelingsprocesssen ten grondslag ligt?

Net zoals de I Tjing of de runen stamt het kaartleggen van orakels uit de Oudheid. Daaruit zijn veel van onze huidige gelukspelen, van het dobbelen tot mikado tot kaarten leggen aan toe, ontstaan. Bij al deze divinatiemethoden (divinatie = schouwen van de goddelijke wil) openbaart zich de orakelspreuk in de 'toevallige' constellatie, waarbij je moet bedenken dat het menselijk denken in de oude tijd het begrip 'toeval' niet kende en het woord als zodanig in alle talen gewoon niet bestond.
Om het juiste antwoord te verkrijgen moet men natuurlijk de betekenis van de verschillende constellaties kennen. Het maakt echter geen verschil of je I Tjing met munten of met staafjes, runen met stenen of houtjes of de Marseille Tarot, de kaarten van Aleister Crowley, de Tarot van de witte vrouwen of de Rider- Waite Tarot raadpleegt. Geen methode, geen orakel en geen Tarotdeck is in deze omstandigheden beter of geeft eerlijkere of gunstigere antwoorden dan een andere. De kwaliteit van het ogenblik -zo begrijpen wij tegenwoordig de achtergrond van alle 'toevalligheden' - openbaart zich via iedere andere constellatie precies zo.

Alleen van belang is, of de vraagsteller de taal van de beelden of de tekens begrijpt. En dan zijn er geen 'eigenlijk' verborgen, alleen voor ingewijden toegankelijke ware betekenissen van een kaart, maar alleen het goede of verkeerd begrijpen van wat de illustratie aanschouwelijk wil maken. Op dit niveau van raadplegen van de kaarten verbleekt niet alleen het verschil tussen de 22 kaarten, die de grote arcana (of het grote geheim) worden genoemd en de overige 56 kaarten van de kleine arcana (het kleine geheim); hier is er ook geen 'goede' of 'verkeerde' symboliek.
Het antwoord kan evengoed komen uit de kunstzinnige Dali tarot, gewone speelkaarten, ronde Motherpeace kaarten,een science fiction tarot, de duistere Baphomet tarot, de futuristische Voyager tarot of uit volkse waagzegkaarten, mits de vraagsteller de betekenis van elke kaart kent. En die betekenis kan je bij sommige kaart-spellen makkelijker uit de illustratie op de kaart afleiden.

Tot het einde van de 19e eeuw was het grootste deel van de tarotkaarten, de 56 kaarten van de kleine arcana, toch al niet meer geïllustreerd dan onze speelkaarten.
Zij toonden de hoeveelheid symbolen die met de waarde van de kaart overeenkwa-Men. Zo stonden op de kaart bekers 3 gewoon 3 bekers, en op munten 8 waren 8 munten afgebeeld. Deze kaarten duiden was net zo moeilijk als harten 3 of klaver 8 te duiden. Of je moest daartoe de betekenissen van alle kaarten van buiten leren, óf je moest de symboliek van het getal met de kwaliteit van het betreffende element (waarbij staven vuur, munten aarde, zwaarden lucht en bekers water voorstellen) combineren en daar de betekenis aan ontlenen.
Dat veranderde in 1910, toen door de Arthur Edward Waite en Pamela Colman Smith geïllustreede Rider- Waite tarotdeck het licht zag, waarbij voor het eerst ook de kleine arcanakaarten van afbeeldingen voorzien waren. Sindsdien maken we bij de duiding gebruik van de afbeeldingen op alle 78 tarotkaarten.

Op de volgende bladzijde Bekers 3 en Munten 8 in de traditionele wijze van afbeelden en zoals deze kaarten afgebeeld zijn in de Rider- Waite tarot.

Hoewel deze verrijking toe te juichen is, moet het er niet toe leiden, dat het grote verschil over het hoofd gezien wordt dat tussen de afbeeldingen ligt die in de loop van eeuwen uit het collectief onbewuste van de mensheid stammen (wat men veronderstelt bij de afbeeldingen op de grote arcanakaarten), ten opzichte van de afbeeldingen die door een mens, hoe geniaal ook, bedacht zijn.

Een bedacht beeld kan zeker behulpzaam zijn om een betekenis aanschouwelijk te maken, maar dit beeld bereikt nooit de inhoud en de diepe symboliek van een archetypisch beeld. Daarom heeft het weinig zin om over de details in de afbeeldingen van de kleine arcanakaarten te piekeren; het zijn simpelweg de illustraties van een thema. Zo zien we op bekers 3 een oogstfeestdans, zoals we kunnen zien aan de vruchten die bij de voeten van de dansers liggen. Wie dit in het beeld onderkent, weet wat de kaart wil zeggen: een ontwikkeling kent een goede afloop, de oogst is binnen gehaald, de mensen zijn dankbaar en tevreden. Méér toont het beeld niet. Iedere speculatie over waarom een van de dansers gouden schoenen draagt terwijl de andere blauwe draagt,of wat voor groente en fruit op de kaart zichtbaar zijn, is bijkomstig, zo niet overbodig.

Daar staat tegenover dat de 22 grote arcanakaarten symbolen zijn van de levensweg van de mens. En een symbool is - in tegenstelling tot tekens, ikonen, geheimen, codes en geheimschriften - niet gemaakt of bedacht. Een symbool wil niet iets wat algemeen bekend is verheimelijken, maar juist iets zichtbaar maken, wat groter is en dieper reikt als door woorden uitgedrukt kan worden en ons verstand bevatten kan.
Zoals bijvoorbeeld de cirkel het symbool is voor de oorspronkelijk ongedeelde eenheid, voor het paradijs, de goddelijke hemisfeer, de al-eenheid, het onbewuste zowel als het bewuste, voor het Zelf, voor volkomenheid, voor eeuwigheid, en voor veel meer. Bedenk dat deze betekenissen nooit bedacht zijn, maar als een reeds bekend weten herkend werden in dit symbool van de cirkel, en dat in alle culturen van de wereld! De sleutel tot dergelijke symbolen ligt daarom ook minder in de

veel besproken geheimzinnig doenerij der occulte kringen, verschillende geheime genootschappen en zich als esoterisch opwerpende ordes en loges. Integendeel, de sleutel ligt veel meer in het diepe begrip van de ziel van de mens.

Het was in de 20e eeuw vooral de Jungiaanse invloed in de psychologie die een waardevolle toegang tot het begrijpen van de archetypische symboliek geopend heeft en daarmee tot datgene wat men vroeger vaak het 'geheime weten' noemde en altijd nog terecht zo noemt. Daarbij gaat het niet om geheimzinnig gedoe, noch om dingen geheimzinnig te maken en al helemaal niet om het bewust versluieren van kennis met als doel deze geheim te houden. Veelmeer gaat het om inzichten, die zelf geheim zijn, omdat ze uit wezenlijke maar onzichtbare samenhangen achter de uiterlijke wereld der verschijningen gewonnen worden, uit de werkelijkheid àchter de werkelijkheid. Dit eigenlijke esoterische weten vinden we in opvallend dezelfde wijze in alle beschavingen en is zonder twijfel ouder dan elke religie, is daar vaak de oorsprong van en in enkele gevallen tot vandaag de dag als hun innerlijke kern bewaard gebleven.In het middelpunt staat de vraag naar de levensweg van de mens en naar de betekenis van de dood.

Samenvattend houdt de aan zulke geheime kennis ten grondslag liggende gedachte in, dat wij in een polaire werke-lijkheid leven, in een wereld waarin wij alleen dan iets herkennen en begrijpen, als wij ons daarbij een tegenpool als referentiepunt kunnen voorstellen.
Het zou niet in ons opkomen, iets als mannelijk te duiden (of te herkennen) als wij het vrouwelijk niet kennen, zonder nacht geen dag, zonder dood zouden we niet eens weten dat we in leven zijn.
Als je deze wet van de polariteit kent als het alomvattende principe van onze werkelijkheid, dan volgt daaruit consequent dat de tegenpool van polariteit zelf de onvoorstelbare Eenheid is, die door alle religies op hun eigen wijze met hun eigen beelden en symbolen als goddelijk en paradijselijk beschreven wordt. De val uit deze oorspronkelijke Eenheid, de versnippering in de veelheid en de mogelijke terugkeer naar het verloren paradijs is de esoterische kennis van de levensweg van de mens. Deze weg wordt door alle spirituele leerscholen als een weg tot genezing beschouwd, omdat het doel de heelwording van de mens is. Daarbij gaat men, net als in de Jungiaanse psychologie, ervan uit dat de menselijke uitgangspositie in zoverre 'niet heel' is, omdat om te beginnen vele delen van deze heelheid in de z.g. schaduw liggen, in een gebied dat door het bewustzijn als vreemd of afwezig wordt ervaren en pas langzamerhand bewust kan worden. Zolang delen van ons wezen in de schaduw liggen, missen wij ze niet alleen doordat we niet 'heel' zijn, maar ze zijn tegelijkertijd de bron voor menig misgedrag, waarmee ze - eenvoudig gezegd - om aandacht schreeuwen.
Deze weg wordt in de tarot in de 22 kaarten van de grote arcana aanschouwelijk gemaakt. Dat maakt haar zo uniek! En dat geeft de tarot een dimensie die ver uitstijgt boven datgene wat we in een legging van haar kunnen leren.
Hier ligt dan ook de diepere betekenis, de eigenlijke kwintessens van de tarot. Wie deze verbanden begrijpt en wie ze als beelden op de levensweg herkent, die zal in de grote arcana een inzichtenbron van een fascinerende helderheid vinden.
Alleen op dit niveau kan men beoordelen, of de nieuwe uitgaven van de kaarten goed of verkeerd uitvallen. Alles beslissend is of hun eigenlijke archetypische kwaliteit begrepen en door analoge symbolen verrijkt worden, of dat de verandering een misgreep ten opzichte van de oorspronkelijke betekenis is.

Als bijvoorbeeld een tarotspel de Gehangene toont die aan een galg gebonden is, dan mag je met zekerheid aannemen dat de schepper van deze kaart naar de naam van de kaart gekeken heeft, maar dat hij of zij niet begrepen heeft waarom het gaat bij de Gehangene. Word de figuur daarentegen met het rechter (=bewuste) been in plaats van aan zijn linker (=onbewuste) been aan een Tau kruis gehangen, het teken voor uitverkorenen, dan is dat een verrijking van de oorspronkelijke symboliek, die niet vervalst, maar boven het tot nu toe geldende beeld uitstijgt, doordat zij duidelijk maakt, dat het offer waarom het hier o.a. gaat, door de uitverkorene ook bewust (rechterbeen), dat betekent vrijwillig gebracht wordt. En als dan ook nog het kruishout nieuwe blaadjes krijgt, dan ligt hier een aanwijzing voor de nieuwe levenskracht, die door het offer mogelijk wordt gemaakt.
Dezelfde kaart van de in 1944 verschenen tarot van Aleister Crowley toont toont ons een mens, die onmachtig gekruisigd is tussen leven en dood. Terwijl hij boven zich de levensslang, het spreekwoordelijke zijden draadje, weet, is zijn aandacht - zijn hoofd - gericht op de onderste slang, de slang van de dood. Dit zijn geen vervalsingen van de oorspronkelijke symbo-liek, maar aanpassingen, lees: verrijkingen zoals die ook in het Jungiaanse droomwerk nuttig gebleken zijn om de symboliek van dromen beter en dieper te begrijpen. Daarin ligt de kwalitatieve verrijking van de nieuwe tarotspellen door grote geesten in tegenstelling tot het puur opnieuw illustreren door de anderen.
HAJO BANZHAF - Vertaling: Susan Gorel, Tarot Magazine

Rider-Waite-Tarot

Crowley-Tarot

Tarot von Marseiller

 

Abb. Rider-Waite® Tarot: © US Games & AGM, www.koenigsfurt-urania.com
Abb. Crowley® Thoth Tarot: © O.T.O & AGM, www.koenigsfurt-urania.com
Abb. Tarot de Marseille: © France cartes

[zurück]   [ drucken]   [Seitenanfang]